Herstellen is een proces

Herstellen gaat nooit in een rechte lijn vooruit, maar eerder met vallen en opstaan, proberen wat werkt en daaruit leren. Dat heb je zelf wellicht ook al wel gemerkt. Soms zou je willen dat het allemaal wat sneller kon gaan. In gezinnen merken we bijvoorbeeld ook hoe mensen verschillende snelheden hebben qua verwachtingen in de evolutie van het proces. De ene voelt dat het nodig is om even op adem te komen, terwijl de andere wil dat het nog sneller gaat allemaal. En dat kan al eens tot conflicten leiden. Een tip daarbij is om open te communiceren en te benoemen wat jouw noden zijn. Zo wordt het voor iedereen duidelijk waar je zit in het proces.

sanddunes

Grofweg zijn er vier fasen te onderscheiden (Gagne, 2004):

1. Overweldigd worden – Je wordt overspoeld door emoties, gebeurtenissen, gedachten… en je weet niet wat ermee te doen. Je voelt dat het je teveel wordt allemaal, dat je er onder gebukt gaat en houvast verliest. Op zo’n momenten lijkt (niet) eten vaak je enige houvast, het enige waar je controle over hebt. Maar daardoor zet je jezelf vast en ontwikkel je niet verder. Integendeel, je lichamelijke en geestelijke groei wordt erdoor stopgezet en zelfs gesaboteerd…

2. Worstelen – In deze fase zoek je naar manieren om het leven terug beter aan te kunnen. Zo is het best mogelijk dat je merkt dat er heel wat kwaadheid zit en dat je heel erg zoekt naar manieren om die kwaadheid beter te uiten. Of misschien worstel je met grenzen aangeven en opkomen voor jezelf. “Ben ik het wel waard? Màg ik mijn grens wel aangeven, want die ander heeft toch ook noden? En anderen hebben mij misschien maar graag als ik iets voor hen doe? Ik moet mijn (zelf)waarde verdienen…” Of wat we ook wel horen is dat mensen door de eetstoornis liegen over wat, hoeveel en waar ze gegeten hebben. Op zo’n momenten voel je de worsteling heel erg: je wil niet liegen, want dat past niet bij wie je bent, maar je voelt ook zo’n grote nood om het wel te doen, omdat de eetstoornis zo sterk is…

Het vraagt behoorlijk wat moed om te accepteren dat de dingen niet lopen zoals je zou willen. Het is vanuit het worstelen dat je vaak maar die moed en energie kan opbrengen. Het vraagt zoveel van je energie dat je het graag anders zou willen…

3. De derde fase is dan ook het zoeken naar een leven waarin je kwetsbaarheden een plaats hebben, zonder je nog te overspoelen. “Wat heb ik nodig om beter voor mezelf te mogen en kunnen zorgen? Wie kan ik daarbij vragen om hulp? Wat voor hulp heb ik nodig op de lastige, maar ook op de fijne momenten?”

4. In de vierde en laatste fase gaat het om leven voorbij je kwetsbaarheden (vb. eetstoornis). Je kent jezelf zo goed dat je weet waar valkuilen en triggers liggen, je hebt geleerd wat je nodig hebt om je lichaam en geest te voeden, om het leven aan te kunnen en ervan te genieten. Leven is niet enkel meer overleven, maar wordt nu: ten volle leven. Dat betekent ook in mildheid leven met jezelf. Het hoeft niet altijd ‘perfect’, het mag ook minder. Je mag steeds meer worden wie je bent. En dat dat niet meteen 100% ‘klopt’ is helemaal oké!

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *